Een goede vriend van mij geeft elk jaar een stuk of vier feesten in de Neushoorn. Als het me lukt, probeer ik er altijd eentje mee te pikken. Er komt altijd leuk publiek op die feesten af, er is altijd een goede sfeer, en uiteraard kom ik ook om een beetje te bekijken hoe het een en ander eraan toe gaat in Neushoorn.
Keer op keer verbaas ik mij over de horeca. Echt zeldzaam hoe ongelooflijk slecht dat geregeld is. Je staat tijden te wachten, vaak geholpen door onervaren personeel. Als bijvoorbeeld de berenburg op is, wordt er aan de andere kant van het gebouw een nieuwe fles gehaald en komt men na tien minuten terug met, jawel, één nieuwe fles. Met alle respect, maar of het nou vrijwilligers zijn of niet, ik vind dit ongelooflijk. Er loopt een betaalde horecamanager rond en daarvan kun je toch wel verwachten dat die ervoor zorgt dat dit soort dingen niet gebeuren?
Ik weet zeker dat als de horecamanager iets beter zijn werk doet en het personeel iets beter instrueert, er twee keer zoveel omzet gedraaid kan worden in de horeca. Er zijn jaarlijks honderden concerten in de Neushoorn, las ik. Ga eens uit van gemiddeld 300 bezoekers per concert. Als je die mensen nou eens tien euro per persoon meer kan laten besteden aan de horeca door wat efficiënter te werken, dan spreek je algauw over minstens drie ton meer inkomsten. Dan zou er misschien niet elk jaar negen ton (!!) subsidie naartoe hoeven, maar een beetje minder. Maar ja, het is maar overheidsgeld en dat geeft zo lekker makkelijk weg…
Voorlopig betaalt de commerciële horeca zich nog blauw aan de opgedrongen coronaschuld en voelt die jaarlijkse negen ton subsidie aan de Neushoorn gewoon als een dikke middelvinger.
Het verbaast me dat je als doorgewinterde horecaman omzet en opbrengst verwart. Maar dat verklaart misschien ook wel waarom de horeca tijdens corona op de been moest worden gehouden met belastinggeld. Geen vet op het lijf en tot over de oren in de schulden.
Beste columnist, ‘zeldzaam ongelooflijk’ is eerder dat je Neushoorn en haar vrijwilligers neerhaalt op basis van één keer tien minuten wachten op je Beerenburg. Als het lot van Neushoorn je écht zo bezighoudt en je zo goed weet hoe het moet, wat weerhoudt je er dan van om zelf vrijwillig de handen uit de mouwen te steken? Vanaf de zijlijn schreeuwen is altijd het makkelijkst.
En coronaschulden waren ooit ook gemeenschapsgeld, daarnaast ben je nog veelste jong om als zo’n betweterige pake uit de hoek te komen. Column van niks.