Bertrie Wierenga: ‘Daar waar je angst zit, zit je uitdaging…’

Wie GTST volgt, of weleens kijkt, heeft haar vast voorbij zien komen: Bertrie Wierenga. De Friese actrice schittert momenteel als Shanti Vening in de bekende soapserie. In ons gesprek vertelt ze enthousiast over hoe ze ‘had ik maar’ uit haar leven probeert te verbannen, haar carrière, haar verhuisplannen en hoe ze omgaat met fans.

Foto: Frank Doorhof

We beginnen bij het begin. Je bent geboren in Leeuwarden, later verhuisd naar Het Bildt. Waar groeide je op?

Ik heb tot mijn zesde in Het Bildt (nu de Waadhoeke) gewoond. Daarna zijn we verhuisd naar Hardegarijp en op mijn eenentwintigste ben ik op mezelf gaan wonen in Leeuwarden.

Op je tiende speelde je al in de musical Oliver Twist. Was je voor die tijd ook al bezig met zingen en dansen?

Ja, ik was altijd al bezig met zingen en optreden voor mijn ouders, andere familieleden en vrienden. Ze hebben heel wat dansjes, toneelstukjes en liedjes moeten aanzien en aanhoren haha! Op een gegeven moment stond er in de krant iets over een auditie voor de Musical ‘Oliver Twist’ van Joop van den Ende en mijn ouders zeiden ‘dat is écht wat voor jou’. Uiteindelijk heb ik één van de rollen gekregen en hebben we volgens mij zes maanden die voorstelling gespeeld. Ik vond het een geweldige tijd.

Van wie was toen je fan?

Ik vind dat best wel een dingetje. In mijn klas zaten wel meisjes die helemaal idolaat waren van iemand, maar ik heb dat nooit gehad.  Ik herinner me wel dat ik Antonio Banderas erg knap vond in de film ‘Zorro’. Jim Bakkum vond ik ook wel leuk. Mijn oma is hem een keer tegengekomen op het vliegveld en heeft hem toen gevraagd of ze met hem op de foto mocht, voor mij. Daar heeft hij toen een handtekening onder gezet. Lief he? Volgens mij heb ik die foto nog wel ergens.

Ben je ook niet geïnspireerd geraakt door een acteur of actrice?  

Ik vind Meryl Streep, Jennifer Lawrence, Angelina Jolie, Rifka Lodeizen en Angela Schijf, topactrices. Meryl Streep behoort in mijn beleving tot de absolute topklasse. Ze is heel lang afgewezen bij castings en audities. Er is meerdere keren tegen haar gezegd dat ze beter kon stoppen en dat het niets zou worden. Moet je kijken wat voor topactrice het is. Dat getuigt van doorzettingsvermogen en vertrouwen in jezelf en dat inspireert me nu wel om door te gaan en te blijven geloven in jezelf en de dromen die je hebt.

Je had last van faalangst. Heeft haar verhaal erbij geholpen? 

Nee, die link heb ik toen nooit gelegd. Ik las het verhaal ook later pas. Ik had inderdaad last van faalangst, maar ben altijd door de mensen om me heen gestimuleerd om door te zetten. Door die angst heen gaan en tóch op een podium te gaan staan of toch weer die auditie te doen. Dan stond ik daar wel met trillende benen, maar ik leerde gaandeweg dat het een soort barrière is waar je doorheen moet. Er wordt wel gezegd: ‘daar waar je angst zit, zit je uitdaging’ en fouten maken mag, moet zelfs. Met die instelling ben ik er volop ingegaan.

En nu speel je dus in GTST.

Ja precies, haha. Daar gingen uiteraard ook een paar audities aan vooraf. Vond ik ook niet makkelijk, zweet op mijn bovenlip, veel concurrentes, maar uiteindelijk hebben ze toch voor mij gekozen. De drive heeft het gewonnen van de faalangst. Dat vind ik trouwens wel mooi. Als je drive en je vertrouwen groot genoeg zijn, kun je door heel veel dingen heen knallen. Daar ben ik écht van overtuigd. 

Voor je rol in GTST heb je in verschillende series en korte films gespeeld. Wat is je favoriete soort rol geweest?

Ik vind de harde tante spelen wel erg leuk.  Heel kil en gemeen doen, dat wordt dan een enorme uitdaging omdat het ver van mijzelf af staat. In ‘Celblok H’ had ik een rol waarin dit enigszins naar voren kwam. In een 48- uurs project had ik een psycho- achtige rol, dat soort rollen dus, die vind ik het leukst.

Heb je ook rollen waar je spijt van hebt?

Jeetje… Nee, maar spijt vind ik zo’n akelig woord. Ik had dus last van faalangst en dan weet je hoe waardevol het kan zijn wanneer je stapje voor stapje groeit in wie je bent, wat je doet en waarom je het doet. Ik heb eigenlijk van alle ervaringen/rollen geleerd. Van bepaalde rollen leer je wat je anders had kunnen doen, beter had kunnen doen, maar spijt heb ik nooit gehad. Ik zou eerder spijt hebben van de dingen die ik niet heb gedaan. Ik vind het op de één of andere manier heel heftig om iemand te horen van zeggen: ‘had ik maar’. Dan denk ik ‘ga je droom achterna alsjeblieft!’ Waarom zou jij diegene zijn die het niet haalt? Dat ‘had ik maar’ probeer ik echt uit mijn leven te bannen. Dat ik later, achter mijn rollatortje in het bejaardentehuis, dat nooit hoef te zeggen. Dat je de dingen waar jouw hart sneller van ging pompen, in ieder geval hebt geprobeerd, dat je het hebt aangedurfd om daarvoor te gaan. Misschien heeft het wat anders uitgepakt dan je in eerste instantie had gehoopt, maar dat je het hebt het gedaan, ongeacht wat andere mensen daarvan vonden, jouw passie(s) gevolgd, binnen jouw mogelijkheden.

Je woont in Leeuwarden, werkt in Amsterdam en rijdt dus elke dag op en neer. Je hebt gezegd dat die rit echt een rustmomentje was. Waarom is dat zo belangrijk voor je?

Ja, dat was het wel. Een rustmomentje. Het is denk ik een persoonlijk dingetje. Je bent geen robot, dus je hebt een kalmtemomentje nodig. Ik wil niet zeggen dat ik overgevoelig ben, want dat is een raar gekozen woord, maar ik beleef de dingen intens. Laat ik het zo maar zeggen. In het begin was natuurlijk alles nieuw. Je leert nieuwe mensen kennen, je moet meteen optimaal presteren en je moet je binnen een kort tijdsbestek inleven in je rol. Dat is allemaal wel energievretend. Ik kon gaan zitten balen dat ik elke dag heen en weer moest rijden, maar ik kon die tijd ook productief en fijn voor mezelf maken. Daarom besloot ik van binnen om van de rit te gaan genieten en het als een rust- en overdenkmoment te zien.

Nu ben ik wel op een punt dat ik vind dat het heen en weer reizen me veel tijd kost, tijd waarin ik ook andere dingen zou kunnen doen. Ik heb nu vakantie en merk dat ik het wel een beetje beu ben. Ik ga niet voor mijn plezier naar Amsterdam rijden, omdat ik dat toch al zó vaak doe. Het werk gaat me wat makkelijker af waardoor ik me beter kan ontspannen en zonder de lange reistijd hou ik ruimte over voor eventuele andere uitdagingen. Dus ik ga verhuizen! Ik vind het wel heel spannend. Aan de ene kant heb ik er heel veel zin in, aan de andere kant ben ik ook erg gehecht aan Leeuwarden. Ik heb hier mijn vrienden en familie en voel me hier echt heel erg thuis, dus het zal erg wennen zijn. Maar ja, soms moet je bijvoorbeeld om zeven uur in de make-up zitten, nou reken maar uit. Dan moet je in de tussentijd ook nog teksten leren. Het neemt veel tijd en energie. Ik vind het wel jammer dat ik mijn Friesland moet verlaten, maar als het niets is, ben ik zo weer terug hoor!

Je speelt nu Shanti in GTST. Welke van jouw eigenschappen kan je in Shanti kwijt? Je goede én je slechte.

Het personage Shanti is empathisch, lief en stoer. Zij is wel echt een vrouwtje met hakjes, tijgerprintjes en veel goud, maar er zit ook een soort mannelijk kantje aan haar, assertief zijn wanneer het nodig is en ze heeft geleerd zichzelf, ondanks haar moeilijke jeugdjaren, goed te redden. Shanti is analfabeet en heeft toch een eigen nagelstudio. De combinatie van het vrouwelijke en het mannelijke herken ik wel in mezelf. Dus het lieve maar ook het assertieve indien nodig. De kledingstijl van Shanti, daar herken ik mezelf totaal niet in en onze jeugdjaren zijn het totaal tegenovergestelde. Shanti heeft weinig tot geen liefde en veiligheid ontvangen in haar jeugd en ik ben juist opgegroeid in een zeer liefdevol en veilig nest. Wat we denk ik wel als overeenkomst hebben, is dat we intuïtief mensen en situaties aanvoelen. Een eigenschap die zowel prettig als soms ook lastig kan zijn. Shanti heeft veel over voor de mensen van wie ze houdt en kan daardoor weleens iets te ‘bemoeizuchtig’ zijn en dat herken ik ook wel wat in mezelf. Ik ben ook snel oplossingsgericht en daar mag ik best wel eens wat in temperen, gewoon alleen maar luisteren naar de ander, die gewoon zijn verhaal kwijt wil.  Ik weet niet of dat beslist negatief is, maar het kan wel irritant zijn. Ongevraagd advies zit je niet altijd op te wachten.

De rol van Shanti is wel een beetje een droom die uitkomt.

Ja absoluut! Dat is het zeker. Ik leer er ook écht heel veel van, het is echt een sneltrein. Het is bijna niet te doen, zo snel gaat het. Veel teksten leren en voor één scene hebben we twintig minuten! Dat klinkt misschien lang maar geloof me, dat is erg weinig tijd. Je kunt je dus weinig bloopers permitteren haha! Maar het is inderdaad een gedeelte van mijn droom die uitgekomen is. Dat ik de kans heb gekregen om in deze soap te mogen spelen en waar ik zo enorm veel ervaring opdoe en met hele fijne mensen werk.  Ik moet wel zeggen dat ik er aan moet wennen dat sommige mensen me op straat aanspreken als Shanti en niet als Bertrie. Mensen zeggen regelmatig tegen me dat ze me in het echt leuker vinden dan in GTST. Je wordt dus een beetje je personage, dat merk ik wel. Daar moet ik echt aan wennen.

Kun je dan nog normaal over straat?

Ja hoor, dat valt best mee. Het is in Leeuwarden wel anders dan in Amsterdam. Dat had ik niet verwacht. Ik dacht dat het hier onder de nuchtere Friezen niet zo’n vaart zou lopen, maar ik word regelmatig aangesproken, meestal op een hele prettige manier hoor. In Amsterdam is het waarschijnlijk normaler, want daar wonen veel mensen die wat bekender zijn. Maar de mensen hier zijn over het algemeen heel lief, leuk, aardig en positief!

Als we naar de toekomst kijken, welke doelen heb je nog?

Los van dat ik nog heel wat ambities op het gebied van spelen in films en op zanggebied heb, vind ik het belangrijk om iets bij te kunnen dragen aan het welzijn van onze aarde en dus de mensen die daarop leven. Ik vind het belangrijk dat je ernaar streeft om zelf zo gelukkig mogelijk te zijn want vanuit die positie wordt het makkelijker om een ander eventueel te helpen. Hoe meer liefde ik in en voor mezelf voel, hoe meer ik ervan kan uitdelen, op die manier zeg maar. Toevallig ben ik iemand die houdt van acteren, zingen en dansen en daarin wat talent heb meegekregen, maar in de wereld waar ik nu inzit is het makkelijk om te verdwijnen in een ‘kijk mij eens’-wereld. Het is geweldig dat je kunt doen wat je leuk vindt, maar persoonlijk gaat het mij niet om de roem maar om dat ik kan doen waar mijn passie ligt. Ik heb toevallig talent op dat gebied en ik word er gelukkig van, maar daarnaast zou ik heel graag wat willen en kunnen betekenen voor een ander. We zijn op de wereld met elkaar en we moeten wat op elkaar passen en voor elkaar zorgdragen, dat vind ik erg belangrijk. Wanneer mijn bekendheid mij daar eventueel een handje bij kan helpen, is dat mooi meegenomen. Hoe ik daar vorm aan ga geven, dat weet ik nog niet precies. Daar ben ik in mijn hoofd wel mee bezig, met ideeën daarover. 

Dat hoor je niet zo vaak. Veel bekende mensen zeggen dat ze die aandacht zo lekker vinden, maar jij zegt dat je gelukkig wordt van anderen gelukkig maken.

Het is zó belangrijk om te zorgen voor elkaar. Mijn moeder zegt altijd: ‘Je moet jezelf niet te serieus nemen, maar wel serieus genoeg om goed voor jezelf te zorgen. Uiteindelijk draait het allemaal om liefde……. Ik vind oprecht dat de mensen over het algemeen wat meer van zichzelf mogen houden en daardoor uiteindelijk ook meer van anderen kunnen houden, ongeacht afkomst, huidskleur, status enzovoort. Echt luisteren naar de ander, ook met je hart. Dat kan dus ook luisteren zonder woorden zijn, je verplaatsen in de ander. Ik vertel nu aan jou mijn verhaaltje maar eigenlijk wil ik de rollen het liefste omdraaien, dat jij mij jouw verhaal vertelt. De sky is the limit, maar zorg dat je je voeten in het gras blijft voelen’.  Je kunt overal naartoe met je geest, als je maar met beide benen op de grond blijft staan. Maar ik moest dus wel eerst mijn faalangst overwinnen om mijn talenten uit te kunnen oefenen op een niveau waarop je er echt van kunt gaan genieten in plaats van dat je in de overlevingsmodus zit. Daar zit ik nu een beetje, in dat genieten stukje dus. En nu stap twee. Ik heb nog heel veel te leren, maar uiteindelijk wil ik dus ook wat gaan doen in de hulpverlening. Als je een beetje een bekend gezicht hebt, kan dat een voordeel zijn in het bereiken en benaderen van bepaalde mensen om zo weer bepaalde doelen te kunnen bereiken. Daarom zou ik wel een bekend gezicht willen hebben. Niet zozeer om te laten zien van ‘kijk mij eens goed zijn’, maar meer van ‘als mensen mij toch kunnen zien, wil ik daar ook iets goeds mee doen.

Met dat als achterliggende gedachte: waar zien we jou over vijf jaar?

Dat weet ik echt niet. De toekomst kun je niet volledig bepalen. Het enige dat je kunt doen is met vertrouwen en veel liefde je pad bewandelen. Ik weet wat ik het liefste doe, dus dat is goed. Dan heb je een doel om naartoe te werken. Het is een hele uitdaging om doelgericht ergens naartoe te werken, maar om ook je ogen open te houden voor wat er zijdelings op je pad komt. Er kan ineens van de zijkant iets heel moois verschijnen waar je niet bij had stilgestaan. Als je met oogkleppen op richting je doel gaat, zou je dat over het hoofd kunnen zien. Het is mijn beleving dat je een goede balans moet zoeken tussen wilskracht en veerkracht, tussen ‘ik ga hard mijn doel in’ en ‘ik ga kijken wat er op mijn pad komt’. Naar die mengeling ben ik altijd op zoek. En ja, waar je me over vijf jaar ziet? Ik weet het oprecht niet. Ik weet welke richting ik nu op ga en ben aan het genieten van het moment. Ik hoop dat ik over vijf jaar gegroeid ben als persoon en onderhand iets heb bedacht en er vorm aan heb gegeven, zodat ik een klein beetje een bijdrage kan leveren aan een liefdevollere en dus vreedzamere wereld, waarin iedereen gelijke kansen heeft om er het beste van te maken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *