BEST.OF.BOTH.WORLDS.

uitmagazine leeuwarden danny membre rumag

Danny Membre kennen we in Leeuwarden als de man van Club NOA en Club Red. Na zijn avonturen in het nachtleven gooit hij het over een hele andere boeg en werkt hij nu samen met Thijs van der Heide hard aan het mediaplatform Rumag; je weet wel, DIE.VAN.DIE.SAPPIGE.QUOTES.MET.PUNTEN.ER.TUSSEN.

In het interview doet Danny een boekje open over zichzelf en eindigt hij met een wedervraag: Wat is mijn eerste indruk van hem? En wat zou ik hem mee willen geven? De eerste indruk: Danny is een oprechte, down-to-earth gast en durft zich bloot te geven. Wat ik hem mee zou willen geven is dat hij vooral de Leeuwarder nuchterheid moet bewaren en werk (Amsterdam) en privé (Leeuwarden) gescheiden moet houden. Zodat hij niet in de zelfde situatie terecht komt als in zijn club-tijd. Waarom ik dit zeg? Dat lees je in dit uitgebreide interview.

We beginnen bij het begin. Geboren en getogen Leeuwarder. Waar groeide je op?

‘Bilgaard.’

Hoe was die tijd?

‘Ik heb een goede jeugd gehad, maar ik vond dat ik best wel snel volwassen moest worden, omdat m’n ouders gingen scheiden. Dat laat onbewust een litteken achter, waardoor de hele situatie verandert. Je moet je aandacht verdelen. Ik heb een broertje die tweeëneenhalf jaar jonger is, waarover ik
als grote broer toch een verantwoordelijkheid moet nemen. Ik was toen negen jaar. Het gebeurt gewoon in families. Ik heb ook het idee dat het tegenwoordig sneller gebeurt dan ooit. Wat ik wel heb geleerd, is dat je pijn niet kunt vergelijken. Hoeveel last iemand ook heeft, je kunt nooit voor een ander bepalen hoeveel pijn het doet.’

Hoe is de band nu met je ouders?

‘De scheiding van mijn ouders heeft wel wat met mij gedaan. En dat neem ik mee in de opvoeding van onze kinderen, zodat zij nooit zullen voelen wat ik heb gevoeld. Maar ik heb nu een goede band met mijn ouders. Ik neem hen ook niets kwalijk. Het heeft gewoon veel invloed gehad op mijn jeugd. Ik was een moeilijke puber en ben op mijn zeventiende het huis uit gegaan. Ik zei toen: ik red mezelf wel. En dat heb ik gedaan. Natuurlijk kon
ik het niet alleen. Hierdoor begon ik op mijn achttiende te ondernemen; feestjes te geven om mijn studie te betalen. Dus ja, om samen te vatten. Ik heb een mooie jeugd gehad, al had ik het gevoel snel volwassen te moeten worden. Ondertussen heb ik een ontzettend goede band met mijn broertje opgebouwd. Ik spreek hem nog elke dag.’

Hij woont ook nog steeds in Leeuwarden?

‘Ja, nog steeds. Hij was vroeger één van de grootste voetbaltalenten van Nederland. Hij had profvoetballer kunnen worden, en dat neem ik mijzelf nog steeds kwalijk.’

Waarom neem je jezelf dat kwalijk?

‘Als kind wilde ik ook profvoetballer worden. Dus dat botste. Toen hij al
bij Cambuur zat, voelde ik echt jaloezie. In die tijd voetbalden we weleens wedstrijden tegen elkaar en dan wilde ik hem absoluut niet laten winnen. En dat vind ik erg jammer. Door de scheiding was er een gebrek aan begeleiding. Ik had hem juist moeten versterken in plaats van hem als tegenpool te zien. We kregen brieven van Ajax en andere clubs die hem wilden hebben. Maar niemand pakte dat op. Hij had het talent om tussen de groten te hangen. Achteraf gezien had ik hem liever begeleid dan hem als tegenpool te zien.’

Heb je het er wel eens met hem over?

‘Eigenlijk niet. Ik denk niet dat het bij hem zo leeft als bij mij. Hij is ook jong vader geworden. Maar tot op de dag van vandaag hoor ik van mensen: Dat hij geen profvoetballer is geworden, hij had zoveel talent.’

We hadden het net over het organiseren van feestjes om je studie te betalen. Waar gaf je die feestjes?

‘In Darby & Jones. Ik fietste daar vaak langs en ik zag dat op de feestjes maar een tiental bezoekers af kwamen. Dus ik heb een keer met mijn grote mond gezegd dat wanneer het mijn tent zou zijn, ik hem zo vol zou krijgen. Toen ik er weer eens langsliep, vroeg de eigenaar mij hoeveel ik nodig had om de tent vol te krijgen. Duizend zei ik. Ik weet niet meer of het guldens of euro’s waren. Toen heb ik samen met een vriend een concept bedacht: Floorfillaz. Bij de eerste editie stond er al een rij tot waar nu de Febo zit. Er konden 600 man naar binnen maar er zijn in totaal 900 mensen binnen geweest. We hadden een hele vette marketingcampagne, al twee maanden van te voren. Latere edities waren ook een succes en zo kon ik mijn studie betalen.’

Wat heb je gestudeerd?

‘Sociaal Cultureel Werk, een Mbo-opleiding. Ik was heel erg sport-minded, maar ik was te laat met inschrijven voor CIOS. In deze opleiding zat sport en spel, daar ging ik op af. Uiteindelijk had ik wel veel aan de studie, vooral het werken met mensen. Daarna heb ik Hbo Cultureel Maatschappelijke Vorming gedaan. Dat sloot mooi aan. Maar ik heb verder nooit mijn diploma uit de kast gehaald.’

Omdat je nog steeds met het organiseren van feesten bezig was?

‘Ja, aan het eind van mijn studie vroeg de eigenaar van Darby & Jones mij om voor hem te komen werken. Ik wilde gewoon feestjes blijven geven, maar uiteindelijk stond ik ook met regelmaat achter de bar. Uiteindelijk leidde ik de tent wanneer hij er niet was. Hij nam Vat 69 over en maakte daar NOA van. Helaas was dit te vooruitstrevend en ging hij failliet. Martijn Kuiper heeft vervolgens NOA over genomen en wilde mij daar houden. Hij wilde er de beste club van Nederland van maken en dat is ons twee jaar achterelkaar gelukt.’

IK.GING.NAAST.MIJN.SCHOENEN.LOPEN.WAARDOOR. IK.BIJNA.MIJN.ECHTE.VRIENDEN.KWIJT.WAS.

Later heb je Club Red gedraaid. Hoe kijk je terug op die tijd?

‘Ook daar ging het goed. Daar werden we ook beste club van Nederland. Dit was mijn eerste eigen club, waarbij Martijn eigenlijk stille vennoot was. Helaas ondervond ik daar wat tegenslagen. Rookruimtes werden verplicht, vervolgens volgde de leeftijdsverhoging voor alcohol van 16 naar 18 jaar. Daardoor viel er één avond per week weg waarop die groep bij ons kwam. Bovendien blijf ik erbij dat we genaaid zijn door de gemeente. Ze hebben ons de eerste week dat Neushoorn open was, gesloten wegens een incident dat op straat heeft plaatsgevonden. Ik heb het gevoel dat het van geen kant klopt. We hebben ook geen waarschuwingen gehad. Tot slot had social media steeds meer invloed. Wanneer mensen er bijvoorbeeld uitgezet werden, zeiden ze vervolgens op Facebook dat het een kuttent is. Dat alles bij elkaar maakte het voor mij dat ik de club heb verkocht. Ondertussen was ik trouwens al met Rumag bezig.’

Je bent nu mede-eigenaar van Rumag. Hoe ben je met Thijs van der Heide in contact gekomen?

‘Om inspiratie op te doen voor een nieuw feest was ik aan het surfen op het internet. En toen kwam ik al die quotes van Rumag tegen. Ik zag daar wel wat in en heb Thijs benaderd. Hij nodigde mij vervolgens uit om naar Amsterdam te komen. Thijs is een creatieve jongen, ik vind hem echt geniaal. Maar wat hij niet heeft, dat heb ik: het netwerken, het zakelijke. En dat zag hij al snel. In eerste instantie hebben we twee uitverkochte Rumag-feesten in Red gedraaid. Vervolgens ben ik een jaar lang iedere week een dag naar Amsterdam gereden om hem te helpen. Ik vond het leuk en ik was even uit het nachtleven. Ik begon er echt potentie in te zien. Thijs bood mij aan om te gaan samenwerken en samen hebben we Rumag tot deze hoogte gebracht.’

Je rijdt dagelijks heen en weer. Waarom ben je niet in Amsterdam gaan wonen?

‘Ik heb nu the best of both worlds. Ik kan de drukte van de stad en de kwaliteit van restaurants opzoeken. In Leeuwarden vind ik het moeilijk een restaurant noemen waar ik zou willen eten of iemand mee naartoe zou nemen. In Amsterdam vind ik het een stuk makkelijker. Maar, niets kan op tegen de rust, de vrijheid, de Friese nuchterheid en laat staan de huizenprijzen. Ik vind mijn werk echt ontzettend leuk, dus ik heb het er wel voor over om een uur en een kwartier te rijden.’

Wat is echt een dieptepunt in je leven?

‘De tijd dat ik succes had met de clubs en ik naast mijn schoenen ging lopen. Daardoor raakte ik bijna mijn echte vrienden kwijt. De vrienden die ik had toen ik nog een ‘nobody’ was. Een club is populair en ik was degene bij wie je moest zijn om binnen te komen of iets te regelen. De clubs waren succesvol, we wonnen prijzen en ik dacht echt dat ik de succesfactor was. Dit veranderde mij heel erg en mijn vrienden, mijn echte vrienden, hebben mij gewaarschuwd dat ik op die manier weinig vrienden over zou houden. Toen ik weg was bij NOA, hield het ook meteen op met de appjes en berichten. Behalve van de mensen die nog echt in mij geloofden, ondanks dat ik zo’n loser was. Daar heb ik veel van geleerd en dat heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. Succes is relatief en dat heb ik op de harde manier geleerd. Ik beschouw het als een van de dieptepunten in mijn leven, vooral omdat ik er zelf invloed op had. Dit zal mij nooit meer overkomen. Met Rumag hebben we succes, maar ik ben er iedere dag dankbaar voor.’

Kunnen we van een levensles spreken?

‘Ja, het is echt een levensles voor mij geweest: blijf dicht bij jezelf en wees dankbaar. Als ik eraan terugdenk, kan ik er nog buikpijn van krijgen. Ik heb mensen verdriet gedaan. Ik heb ze genegeerd. En als iemand van je houdt, is dat het ergste wat je kunt doen.’

En ook die pijn kun je niet vergelijken natuurlijk.

‘Ik heb gelukkig vrienden en familie met veel geduld. Ik ben niet altijd de makkelijkste. Maar zij accepteren mij zoals ik ben. Daarbij komt dat ik wel goed kan praten en een mening kan vormen. Zij hebben daarbij zoiets van: ach, het is Danny. Dat is uiteindelijk wel wat Leeuwarden ook met me doet. Ik kom door Rumag in aanraking met zakelijk succesvolle mensen en bekende Nederlanders. Ik mag in de beste restaurants eten en maak mooie tripjes. Maar zodra ik hier ben, ben ik gewoon Danny. Hier ben ik met mijn gezin en mijn vrienden. Hier kan ik mijzelf zijn. Maar toch ook niet helemaal.’

Amsterdam en Rumag is natuurlijk ook een stukje van jezelf.

‘Ja, dat klopt. Alleen waar ik moeite mee heb, is dat het steeds vaker over mij gaat. Ik snap het, maar ik vind het wel moeilijk. Op verjaardagen en feestjes. Mensen vinden mijn verhaal en Rumag interessant. Ik zit daar al 24 uur per dag in. Als ik dan hier ben, ben ik oprecht geïnteresseerd hoe het met jou gaat. Maar na vijf minuten gaat het weer over Rumag, en dat vind ik moeilijk.’

Nog één laatste vraag. Wat is het hoogtepunt in je leven?

‘Dat is cliché toch? Dat zullen altijd de geboortes van onze kinderen zijn. Zij maken mij ook een beter mens. Ze zijn een onbeschreven blad en eerlijk. Natuurlijk is mijn vrouw Marjolein ook ontzettend belangrijk voor mij. Ze is mijn steun en toeverlaat. Zonder haar zou ik niet kunnen doen wat ik nu doe. Ze houdt me met beide benen op de grond.’

Tekst: Johan Weitenberg
Foto’s: Jan Edwin Geertsma

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *