Henny ‘Doele’: ”Stilzitten is niet mijn sterkste punt”

Soms beland je in een kroeg en vraag je je af waarom je er niet vaker komt. Dat gebeurde ons dus bij de Doelebar. Al meer dan 30 jaar een begrip in de beroemde Doelesteeg en we konden ons niet heugen wanneer we hier voor de laatste keer waren. Misschien tijdens de Elfstedentocht, want toen was heel Leeuwarden overal… Als we deze constatering eerlijk opbiechten, kijkt Henny ‘Doele’ ons streng aan. We raken een gevoelige snaar. Eigenlijk vindt hij interviews maar niks. ‘Het staat er altijd net even anders dan je hebt gezegd.’ Bij de man met de lange manen, snor en forse gestalte slaat de twijfel toe. ‘Ik weet niet of ik dit wel moet doen.’ We vragen wat de reden van zijn twijfel is en Henny begint te praten. Het interview is begonnen…

Henny is een oprechte kerel, die de dingen graag simpel houdt en geen blad voor de mond neemt. De boerenzoon die van het Friese platteland kwam, studeerde af aan de hogere landbouwschool en was daarmee ineens ingenieur (ir.) in de bedrijfskunde. Van een carrière in het bedrijfsleven is het echter nog nooit gekomen. Ja, Henny kon goed leren, maar Henny hield ook van ‘uitgaan op karakter’ en bezocht eigenlijk liever cafés of ging naar concerten ergens in de provincie. Het zakenleven leek hem dodelijk saai, tot grote ergernis en onbegrip van zijn ‘ouwelui’. Zijn geld verdiende hij als barkeeper in de Doelebar, totdat zijn baas ermee stopte en Henny de tent over kon nemen. Werd hij toch nog ondernemer! Zijn ouders zijn volgens zijn zeggen inmiddels aardig bijgetrokken.

‘Weet je waarom ik twijfel? Kijk jij zegt dat nou he? Dat je hier eigenlijk nooit komt. Maar dat hoor ik veel vaker. Niet dat ik heb te klagen over klandizie of zo hoor. Ik heb gasten uit de provincie en de rest van het land, maar vanuit Leeuwarden vormen de jongelui hier wel de meerderheid. En dat vind ik aan de ene kant wel jammer. De Doelebar is een ‘oldschool’ café, waar iedereen zich op zijn gemak voelt. Ik ben vanaf 11.00 ’s ochtends al open voor een kop koffie met een vers koekje. Voor een vaasje betaal je € 2,25 en onze fameuze tosti kost al sinds jaar en dag 1,50. Mijn bakker uit Stiens maakt ze al jaren voor me. Alles vers.’

‘Veel mensen associëren de Doelesteeg met feestcafé’s, jonge studenten en scholieren die te veel drinken en onrust veroorzaken. Dat zijn de dingen die blijven hangen. Maar weet je wat ’t is? Er zijn nu twee ‘lichtingen’ met stappers. De eerste gaat tussen negen en tien de stad in. De tweede lichting gaat pas na twaalven op stap, tot vijf uur! Als er wat fout gaat, is dat meestal in die laatste groep. Er zijn er natuurlijk die het ‘op karakter’ tot sluitingstijd volhouden, maar sommigen helpen de natuur een handje om op de been te blijven. Zulke lui zijn vaak erg aanwezig. Stevig bier drinken? Prima. De rare dingen gebeuren meestal in de kleine uurtjes en dat is een van de redenen waarom ik redelijk op tijd ga sluiten.’

‘Het is jammer dat die twee lichtingen elkaar niet meer tegenkomen, en dan bedoel ik ontmoeten. Dat het zeg maar natuurlijk in elkaar overloopt. Dat is het gezelligst. Gewoon net als vroeger, jong en oud die genieten van een biertje
of een kop koffie met een vers koekje. Ik ben van het oude stempel: kwaliteit, duidelijkheid en geen fratsen. Daarom hou ik het al 30 jaar vol. Die koekjes bij de koffie bijvoorbeeld, daar heb ik grondig research naar gedaan. Ik heb van
alles geprobeerd en de grootste thee- en koffieleuten gevraagd welk koekje ze het lekkerst vinden. Dat bleken dus deze zandkoekjes met amandelschaafsel te zijn. Nou, dan haal ik de beste die er zijn. Kwaliteit, zo werkt dat.’

Henny weidt andermaal uit over dingen die hij belangrijk vindt: normen en waarden, gelijkwaardigheid en respect, het zijn allemaal sociale aspecten die hij consequent doorvoert in zíjn café. ‘Hoe anderen het doen, moeten ze zelf weten, als ze maar rekening houden met hun omgeving. En daar verschillen de opvattingen nog wel eens over in de Doelesteeg. We proberen wel een eenduidig straatbeleid te hanteren, maar daarin valt nog wel wat te verbeteren vind ik. Vroeger waren alle horecaondernemers hier tevens pandeigenaar. Nu wordt de ruimte duur verhuurd en moet er dus flink worden omgezet. Daar zijn veel café’s op gericht. Ze doen veel moeite om passanten naar binnen te lullen en vooral als er veel mensen buiten staan, lopen
de gemoederen wel eens op. Het zou mooi zijn als op op
het gebied van uitgaan de Doelesteeg weer een straatje van iedereen wordt en waar mensen zich altijd thuis voelen.’ Maar verder maken ze bij Henny de pis niet lauw. Hij heeft lol in z’n vak en verstaat het ambacht van kastelein.

Zijn werkkleding is een groen poloshirt van bierbrouwer Grolsch, het enige biermerk dat er bij Henny in komt. Ondertussen stapt de bakker binnen met een lading verse tosti’s. Huisgemaakt en klaar voor het ijzer. ‘Onze tosti is lekker en kost één euro vijftig. Als ik het daarop moest verdienen, dan was ik wel een tostitent begonnen. Voor mij is veel 
geld verdienen helemaal niet belangrijk. Ik heb het goed zo en ik hoef niet zo nodig meer of groter. Waarschijnlijk ben ik de enige bedrijfskundig ingenieur die zo denkt en daarom blijf ik mooi achter de toog staan. Daar ben ik op m’n plek. Bovendien is stilzitten niet m’n sterkste punt.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *